Zzp BV: hoe voorkom je schijnzelfstandigheid?

ZZP BV en Schijnzelfstandigheid⁚ Wat is het Verschil?

Een ZZP BV is een besloten vennootschap specifiek opgericht voor zelfstandige ondernemers (ZZPers). Dit terwijl een eenmanszaak een ondernemingsvorm is waarbij één persoon verantwoordelijk is voor alle activiteiten en een VOF (Vennootschap onder Firma) een samenwerkingsvorm is waarbij twee of meer personen gezamenlijk een bedrijf runnen. Een ander verschil is dat de eigenaren van een eenmanszaak en VOF persoonlijk aansprakelijk zijn, terwijl dit niet het geval is bij een ZZP BV.

Schijnzelfstandigheid betekent dat een zzper officieel als zelfstandige werkt, maar in de praktijk dezelfde werkzaamheden uitvoert als een gewone werknemer. Dit kan problematisch zijn, omdat zowel de zzper als het bedrijf dat de zzper inhuurt hierdoor juridische en fiscale risicos lopen.

Het belangrijkste verschil tussen een ZZP BV en schijnzelfstandigheid is dat bij een ZZP BV de zzper daadwerkelijk een eigen bedrijf heeft met alle bijbehorende verantwoordelijkheden, terwijl bij schijnzelfstandigheid er feitelijk sprake is van een dienstverband met een werkgever.

Het is essentieel om de juiste juridische structuur te kiezen voor uw onderneming om te voorkomen dat u te maken krijgt met de gevolgen van schijnzelfstandigheid.

De ZZP BV

Een ZZP BV, ofwel een Besloten Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, is een populaire rechtsvorm voor zelfstandige ondernemers die hun risico's willen beperken en een professionele uitstraling naar klanten willen uitstralen.

Een ZZP BV is een juridische entiteit die gescheiden is van de eigenaar, waardoor de eigenaren van de BV niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de BV. Dit betekent dat in het geval van faillissement, het vermogen van de eigenaar niet in gevaar komt. Dit is een belangrijk voordeel ten opzichte van een eenmanszaak, waar de eigenaar persoonlijk aansprakelijk is voor alle schulden van de onderneming.

Een ZZP BV kan ook fiscale voordelen bieden. Zo kan de winst van de BV belast worden met de vennootschapsbelasting, wat in sommige gevallen gunstiger kan zijn dan de inkomstenbelasting die een zzp'er met een eenmanszaak betaalt.

Het oprichten van een ZZP BV vereist echter wel een aantal formaliteiten, zoals het opstellen van statuten en het inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Daarnaast zijn er extra administratieve verplichtingen, zoals het opstellen van jaarrekeningen.

Het is belangrijk om te weten dat het oprichten van een ZZP BV niet automatisch betekent dat schijnzelfstandigheid wordt voorkomen. De Belastingdienst zal nog steeds beoordelen of de werkzaamheden van de zzp'er daadwerkelijk zelfstandig zijn.

Schijnzelfstandigheid

Schijnzelfstandigheid, ook wel bekend als verkapt dienstverband, is een situatie waarbij een zzp'er officieel als zelfstandige werkt, maar in de praktijk dezelfde werkzaamheden uitvoert als een werknemer. De Belastingdienst beschouwt dit als een vorm van fraude en kan hiertegen optreden.

Er zijn verschillende indicatoren die kunnen wijzen op schijnzelfstandigheid. Een belangrijke factor is de mate van zelfstandigheid. Als de opdrachtgever bepaalt wat, wanneer en hoe er gewerkt moet worden, dan kan dit duiden op een dienstverband. Andere indicatoren zijn⁚

• Het ontbreken van een eigen onderneming
• Het gebruik van bedrijfsapparatuur van de opdrachtgever
• Het recht op vakantiedagen en ziekteverlof
• Een vaste werkplek
• Een vaste werktijd

De Belastingdienst kijkt kritisch naar de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en zzp'er. Als er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan de Belastingdienst naheffingen loonbelasting, premies en boetes opleggen aan zowel de zzp'er als de opdrachtgever;

Het is belangrijk voor zowel zzp'ers als opdrachtgevers om zich bewust te zijn van de risico's van schijnzelfstandigheid. Het is raadzaam om een duidelijke overeenkomst op te stellen waarin de verantwoordelijkheden en de werkzaamheden van de zzp'er helder worden omschreven.

De Gevolgen van Schijnzelfstandigheid

Schijnzelfstandigheid kan ernstige gevolgen hebben voor zowel de zzp'er als de opdrachtgever. De zzp'er loopt het risico dat de Belastingdienst de arbeidsrelatie als een dienstverband kwalificeert, waardoor hij naheffingen loonbelasting, premies en boetes moet betalen. Ook kan de zzp'er het recht op de zelfstandigenaftrek en andere fiscale voordelen verliezen.

De opdrachtgever kan ook te maken krijgen met naheffingen, boetes en andere sancties. De Belastingdienst kan de opdrachtgever aansprakelijk stellen voor de loonbelasting en premies die zouden moeten zijn betaald als de zzp'er in loondienst was.

Naast de fiscale gevolgen kan schijnzelfstandigheid ook leiden tot juridische problemen. De zzp'er heeft bijvoorbeeld geen recht op bescherming volgens de wet op de arbeidsvoorwaarden, zoals het recht op vakantiedagen, ziekteverlof en ontslagbescherming.

Het is dus van groot belang om de risico's van schijnzelfstandigheid te minimaliseren. Zowel zzp'ers als opdrachtgevers moeten ervoor zorgen dat de arbeidsrelatie duidelijk is vastgelegd in een overeenkomst die voldoet aan de wettelijke eisen;

Het is aan te raden om juridisch advies in te winnen om de risico's van schijnzelfstandigheid te beoordelen en te voorkomen.

De Wet DBA en Handhaving

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) is in 2016 ingevoerd om meer duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en zzp'ers. De wet is bedoeld om schijnzelfstandigheid te voorkomen en te zorgen voor een eerlijke concurrentie tussen werknemers en zzp'ers.

De Wet DBA introduceerde een aantal modelovereenkomsten die opdrachtgevers en zzp'ers kunnen gebruiken om de arbeidsrelatie vast te leggen. Deze modelovereenkomsten zijn goedgekeurd door de Belastingdienst en dienen als bewijs dat er geen sprake is van schijnzelfstandigheid.

In de praktijk bleken de modelovereenkomsten echter niet altijd duidelijk en eenduidig. Dit leidde tot veel onduidelijkheid en onzekerheid bij zowel zzp'ers als opdrachtgevers.

Om deze reden heeft de Belastingdienst in 2021 een handhavingsmoratorium ingesteld. Dit betekent dat de Belastingdienst geen boetes of naheffingen oplegt voor schijnzelfstandigheid, zolang de opdrachtgever en de zzp'er een goedgekeurde modelovereenkomst hebben getekend.

De Belastingdienst heeft aangekondigd dat het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 zal worden beëindigd. Vanaf die datum zal de Belastingdienst weer volledig gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat bedrijven die zzp'ers inzetten voor werk dat feitelijk in loondienst zou moeten gebeuren, boetes en naheffingen kunnen verwachten.