De nieuwste CBS statistieken over startende ondernemers in Nederland.

Inleiding

Het starten van een eigen bedrijf is een belangrijke drijfveer voor economische groei en innovatie. In Nederland zijn er jaarlijks duizenden startende ondernemers die hun eigen bedrijf beginnen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verzamelt statistieken over startende ondernemers, hun inkomensontwikkeling, de sectoren waarin zij actief zijn en de factoren die hun succes beïnvloeden. Deze informatie biedt waardevolle inzichten in de dynamiek van het ondernemerschap in Nederland.

In deze analyse gaan we dieper in op de statistieken van het CBS over startende ondernemers. We zullen trends in startende ondernemerschap belichten, de rol van geslacht in het ondernemerschap onderzoeken, de inkomensontwikkeling van startende zelfstandigen analyseren en de financiering van startende ondernemingen belichten. Daarnaast gaan we in op de sectoren met het hoogste aantal startende ondernemers en de invloed van bedrijfsdynamiek op startende ondernemingen.

Door de statistieken van het CBS te bestuderen, krijgen we een beter inzicht in de uitdagingen en kansen die startende ondernemers in Nederland ervaren. Deze kennis is essentieel voor het ontwikkelen van beleid dat het ondernemerschap stimuleert en startende ondernemers ondersteunt.

CBS Statistieken over Startende Ondernemers

Het CBS verzamelt uitgebreide statistieken over startende ondernemers in Nederland. Deze statistieken geven een gedetailleerd beeld van de demografische kenmerken, de bedrijfstakken waarin zij actief zijn, hun inkomensontwikkeling en de financiering van hun ondernemingen. Het CBS verzamelt deze data door middel van enquêtes bij bedrijven en analyseert deze vervolgens om trends en patronen in het ondernemerschap te identificeren.

Het CBS heeft een dashboard voor bedrijven ontwikkeld waar bedrijven gedetailleerde informatie kunnen vinden over hun eigen bedrijfstak. Dit dashboard bevat statistieken over het aantal bedrijven per bedrijfstak en per regio, cijfers over omzet en de nieuwste enquête resultaten over verwachte omzet, werkgelegenheid en investeringen. Deze informatie is waardevol voor bedrijven om hun eigen prestaties te beoordelen en te vergelijken met andere bedrijven in dezelfde branche.

Het CBS verzamelt ook gegevens over de inkomensontwikkeling van startende zelfstandigen. Deze data wordt gebruikt om te analyseren in hoeverre beginnende zelfstandigen erin slagen om met hun werk (op termijn) voldoende inkomen te genereren. Het CBS onderzoekt de factoren die de inkomensontwikkeling beïnvloeden, zoals opleidingsniveau, werkervaring, bedrijfstak en demografische kenmerken.

Een belangrijk onderdeel van de CBS-statistieken betreft de financiering van startende ondernemingen. Het CBS analyseert de bronnen van financiering die startende ondernemers gebruiken, zoals bankleningen, investeerders en subsidies. Het CBS verzamelt ook gegevens over de belemmeringen die startende ondernemers ervaren bij het zoeken naar financiering. Deze informatie is essentieel voor het ontwikkelen van beleid dat de toegang tot financiering voor startende ondernemers verbeterd.

De statistieken van het CBS zijn een onmisbaar instrument voor het begrijpen van de dynamische wereld van startende ondernemers in Nederland. Ze bieden een rijk aan inzichten in de demografie, de bedrijfstakken, de inkomensontwikkeling en de financiering van startende ondernemingen. Deze statistieken zijn van groot belang voor ondernemers, beleidsmakers en onderzoekers die zich bezig houden met het stimuleren en ondersteunen van ondernemerschap in Nederland.

Trends in Startende Ondernemerschap

De trends in startende ondernemerschap in Nederland worden voortdurend beïnvloed door een complexe mix van economische, technologische en maatschappelijke factoren. De statistieken van het CBS geven een duidelijk beeld van deze ontwikkelingen en lichten de belangrijkste trends in het startende ondernemerschap in Nederland.

In 2022 ging het aantal startende ondernemers in Nederland met 3,5 procent achteruit. Dit was een verandering ten opzichte van voorgaande jaren, waar een stijging van het aantal starters werd geconstateerd. De daling van het aantal starters zet zich door in het eerste kwartaal van 2023, waar een daling van 2,7 procent werd gemeten ten opzichte van het eerste kwartaal van 2022. Deze daling kan worden toegeschreven aan verschillende factoren, zoals de economische onzekerheid als gevolg van de coronapandemie en de stijgende inflatie.

Hoewel het aantal startende ondernemers is gedaald, is er een toename te zien van het aantal bedrijven in Nederland. In 2018 is het aantal bedrijven met bijna 90 duizend toegenomen. Ruim drie kwart van deze toename komt door een stijging van het aantal eenmanszaken. Deze ontwikkeling spreekt voor zichzelf en is een trend die al langere tijd speelt. De afgelopen tien jaar is het aantal bedrijven toegenomen met 600 duizend, waarvan 80 procent voor rekening van de eenmanszaken komt. Deze trend duidt op een groeiende populariteit van zelfstandig ondernemerschap in Nederland.

De statistieken van het CBS geven ook inzicht in de bedrijfsdynamiek in Nederland. In 2023 waren er ruim 276.000 startende ondernemingen, nog maar 2 procent meer dan in het jaar ervoor. Het aantal ondernemingen dat stopte is fors toegenomen, met bijna 147.500 zijn dit er 8 procent meer dan in 2022. Deze cijfers geven aan dat de bedrijfsdynamiek in Nederland steeds dynamischer wordt, met een hoog aantal startende ondernemingen en een toenemend aantal ondernemingen dat stoppen.

De trends in startende ondernemerschap in Nederland zijn complex en word beïnvloed door verschillende factoren. De statistieken van het CBS bieden een waardevol inzicht in deze ontwikkelingen en zijn van groot belang voor ondernemers, beleidsmakers en onderzoekers die zich bezig houden met het stimuleren en ondersteunen van ondernemerschap in Nederland.

Geslacht en Startende Ondernemers

De verdeling van startende ondernemers over man en vrouw is een belangrijk aspect van de statistieken over startende ondernemers in Nederland. De cijfers van het CBS tonen aan dat er een duidelijke ongelijkheid bestaat tussen het aantal mannelijke en vrouwelijke starters.

Uit deze statistieken blijkt dat 2 op de 3 startende ondernemers een man is. Deze verdeling is al jaren ongeveer hetzelfde en is ook in 2018 weer te zien. Meer dan de helft (62 procent) van alle startende ondernemers was in 2018 een man. Het overige gedeelte (38 procent) was een vrouw. Deze verdeling duidt op een aanzienlijke ongelijkheid in het ondernemerschap tussen mannen en vrouwen in Nederland.

Het CBS legt een verband tussen bedrijf en ondernemer aan de hand van de statistiek Inkomen van personen. Daarmee leidt het CBS het geslacht van de ondernemers af. Dit verband wordt gelegd voor bedrijven van zelfstandige ondernemers (winstgenieters) en directeur-grootaandeelhouders (dga's). Deze gegevens zijn van belang om de verdeling van ondernemerschap over geslacht te analyseren en om te bepalen welke factoren deze verdeling beïnvloeden.

De ongelijkheid in het ondernemerschap tussen mannen en vrouwen is een complex vraagstuk met verschillende oorzaken. Mogelijke verklaringen zijn de traditionele rolverdeling in de samenleving, de moeilijkheden om werk en familie te combineren en de minder toegang tot financiering voor vrouwen. Deze factoren belemmeren vrouwen om hun ondernemerschap te ontwikkelen en kunnen bijdragen aan de ongelijke verdeling van ondernemerschap over geslacht.

Het is belangrijk om deze ongelijkheid te adresseren en maatregelen te nemen om vrouwen te stimuleren om hun ondernemerschap te ontwikkelen. Dit kan door het bevorderen van ondernemerschap onder vrouwen, het verbeteren van de toegang tot financiering en het creëren van een meer ondersteunende omgeving voor vrouwelijke ondernemers. Door deze maatregelen te nemen kan de ongelijkheid in het ondernemerschap worden verminderd en kan een meer gebalanceerde verdeling van ondernemerschap over geslacht worden bereikt.

Inkomensontwikkeling van Startende Zelfstandigen

Een belangrijke vraag voor startende zelfstandigen is of zij in staat zijn om met hun werk (op termijn) voldoende inkomen te genereren. Het CBS onderzoekt deze inkomensontwikkeling in de beginfase van de zelfstandigenloopbaan. De statistieken van het CBS geven inzicht in de factoren die de inkomensontwikkeling beïnvloeden en de groepen zelfstandigen die het meest succesvol zijn in het opbouwen van een stabiel inkomen.

Het CBS heeft vastgesteld dat het hoogste aandeel starters dat na vijf jaar minimaal het super-bruto minimumloon verdient, te zien is onder degenen van 25 tot 45 jaar. Startende zelfstandigen van 65 jaar of ouder behalen het minst vaak het inkomenscriterium. Deze bevindingen duiden erop dat leeftijd een belangrijke factor is in de inkomensontwikkeling van startende zelfstandigen. Jongere starters hebben mogelijk meer energie, flexibiliteit en een grotere bereidheid om risico's te nemen, wat kan bijdragen aan hun succes in het opbouwen van een stabiel inkomen.

De bouwsector springt eruit met het hoogste aandeel starters dat vijf jaar na de start een zelfstandigeninkomen op of boven het super-bruto minimumloon heeft (48 procent). Zelfstandigen in deze sector hebben vaak het zelfstandigeninkomen als belangrijkste inkomensbron. In de sectoren onderwijs, gezondheids- en welzijnszorg en de overige dienstverlening zijn er relatief weinig starters die het inkomenscriterium halen. In deze sectoren zijn verhoudingsgewijs veel zelfstandigen als overige zelfstandige begonnen. De resultaten tonen aan dat de bedrijfstak een belangrijke rol speelt in de inkomensontwikkeling van startende zelfstandigen. Sommige sectoren bieden meer kansen om een stabiel inkomen te genereren dan andere.

In sectoren waar een relatief gering aandeel starters na vijf jaar voldoende inkomen weet te realiseren, is de uitstroom doorgaans relatief groot. De sector gezondheids- en welzijnszorg is hier een voorbeeld van. Ongeveer 63 procent van de starters is vijf jaar na de start weer gestopt. Een uitzondering vormt de sector overige dienstverlening (o.a. kappers en schoonheidssalons). In deze sector haalt een relatief gering aandeel starters het inkomenscriterium, maar vijf jaar na de start van de onderneming is nog twee derde van de starters als zelfstandige actief. Deze bevindingen geven aan dat de kans op succes in het ondernemerschap verschilt per bedrijfstak. Sommige sectoren zijn meer concurrerend en vereisen meer kapitaal en vaardigheden om een stabiel inkomen te genereren.

De statistieken van het CBS zijn van groot belang voor startende zelfstandigen en voor beleidsmakers die zich bezig houden met het stimuleren en ondersteunen van ondernemerschap in Nederland. De gegevens geven inzicht in de uitdagingen en kansen die startende zelfstandigen ervaren en kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van beleid dat de inkomensontwikkeling van startende zelfstandigen verbeterd.

Financiering van Startende Ondernemingen

De financiering van startende ondernemingen is een cruciaal aspect van het ondernemerschap. Startende ondernemers hebben vaak kapitaal nodig om hun bedrijf op te zetten, te groeien en te investeren in nieuwe producten en diensten. Het CBS verzamelt statistieken over de manieren waarop startende ondernemers hun bedrijf financieren en de uitdagingen die zij ervaren bij het zoeken naar kapitaal.

De Financieringsmonitor van het CBS brengt de zoektocht naar financiering van mkb-bedrijven in kaart. De monitor geeft inzicht in de bronnen van financiering die mkb-bedrijven gebruiken, zoals bankleningen, investeerders en subsidies. De monitor beschrijft ook de recente ontwikkelingen op de financieringsmarkt, belemmeringen op de bedrijfsprestaties en de gevolgen van corona. Deze informatie is van groot belang voor startende ondernemers, beleidsmakers en investeerders die zich bezig houden met het stimuleren en ondersteunen van ondernemerschap in Nederland.

De statistieken van het CBS tonen aan dat er verschillende bronnen van financiering zijn voor startende ondernemingen. Een belangrijke bron is de banklening. Startende ondernemers kunnen een lening afsluiten bij een bank om hun bedrijf op te zetten of te groeien. Een andere bron van financiering is investeerders. Investeerders zijn bereid om kapitaal te investeren in startende ondernemingen die een belofte van succes hebben. Daarnaast zijn er verschillende subsidieprogramma's beschikbaar voor startende ondernemers. Deze subsidies kunnen worden gebruikt om de kosten van het opzetten van een bedrijf te dekkken of om te investeren in nieuwe technologie of producten.

De statistieken van het CBS geven ook inzicht in de belemmeringen die startende ondernemers ervaren bij het zoeken naar financiering. Een belangrijke belemmering is de toegang tot kapitaal. Startende ondernemers hebben vaak moeite om de nodige financiering te vinden om hun bedrijf op te zetten of te groeien. Een andere belemmering is de complexiteit van de financieringsprocessen. Het zoeken naar financiering kan tijdrovend en moeilijk zijn voor startende ondernemers. De statistieken van het CBS zijn van groot belang om deze belemmeringen te adresseren en om beleid te ontwikkelen dat de toegang tot financiering voor startende ondernemers verbeterd.

Het is essentieel om de financiering van startende ondernemingen te stimuleren om het ondernemerschap in Nederland te bevorderen. Door het vereenvoudigen van de financieringsprocessen, het bevorderen van investeerders en het creëren van meer subsidieprogramma's kunnen startende ondernemers beter toegang krijgen tot het kapitaal dat ze nodig hebben om hun bedrijf te laten groeien en te investeren in de toekomst.

Sectoren met het Hoogste Aantal Startende Ondernemers

De statistieken van het CBS geven inzicht in de sectoren waar het hoogste aantal startende ondernemers actief is. Deze informatie is waardevol voor ondernemers die op zoek zijn naar een geschikte sector om hun bedrijf te starten en voor beleidsmakers die het ondernemerschap in verschillende sectoren willen stimuleren.

In 2017 startten ondernemers vooral nieuwe managementadviesbureaus, bijna 13 duizend. Daarnaast richtten starters vaak een bedrijf op in de onderwijssector, zoals in het sportonderwijs (bijna 3,5 duizend oprichtingen), of op het terrein van studiebegeleiding (3 duizend). Deze cijfers geven aan dat de sectoren managementadvies, sportonderwijs en studiebegeleiding populaire keuzes zijn voor startende ondernemers. De populariteit van deze sectoren kan worden toegeschreven aan verschillende factoren, zoals de groeiende vraag naar gespecialiseerde diensten en de relatieve lage toetredingsdrempels.

De statistieken van het CBS tonen ook aan dat er in sommige sectoren bijna geen startende ondernemers zijn. Deze sectoren zijn vaak gekenmerkt door hoge toetredingsdrempels en een sterke concurrentie. Voor startende ondernemers kan het moeilijk zijn om in deze sectoren een plek te veroveren en een stabiel inkomen te genereren. De statistieken van het CBS kunnen ondernemers helpen om een informatieve keuze te maken voor hun bedrijfstak. Door de sectoren met het hoogste aantal startende ondernemers te onderzoeken, kunnen ondernemers inzicht krijgen in de trends in het ondernemerschap en de kansen die verschillende sectoren bieden;

Het is belangrijk om te benadrukken dat de statistieken van het CBS een snapshots geven van de ondernemerschap in Nederland. De trends in het ondernemerschap zijn voortdurend in ontwikkeling en kunnen worden beïnvloed door verschillende factoren, zoals economische ontwikkelingen, technologische vooruitgang en maatschappelijke veranderingen. De statistieken van het CBS kunnen ondernemers helpen om een informatieve keuze te maken voor hun bedrijfstak, maar het is belangrijk om deze gegevens in de context van de bredere ontwikkelingen te plaatsen.