Inkomstenbelasting voor zzp'ers in 2019: een overzicht

Inkomstenbelasting voor ZZP'ers in 2019

De Wet Inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) is de wet die bepaalt hoe de inkomstenbelasting in Nederland wordt geheven. Voor ZZP'ers zijn er een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd in 2019. Zo is de afrekpost wegens geen of geringe eigenwoningschuld (de Wet Hillen) beperkt. Dit betekent dat ZZP'ers minder aftrek kunnen krijgen voor hun hypotheekrente. Daarnaast is het tarief voor de belasting op het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang (afdeling 4.1 respectievelijk afdeling 7.3) vastgesteld op 25%.

Belangrijkste wijzigingen voor ZZP'ers

De belangrijkste wijziging voor ZZP'ers in 2019 was de beperking van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (de Wet Hillen). Deze aftrek werd jaarlijks met 3% verlaagd, wat betekent dat ZZP'ers minder aftrek konden krijgen voor hun hypotheekrente. Ook is het tarief voor de belasting op het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang (afdeling 4.1 respectievelijk afdeling 7.3) vastgesteld op 25%. Deze wijziging had vooral impact op ZZP'ers die aandelen bezaten in een bedrijf.

Aftrekposten en heffingskortingen

ZZP'ers kunnen in 2019 gebruik maken van verschillende aftrekposten en heffingskortingen om hun belastingaanslag te verlagen. Zo is er de zelfstandigenaftrek, die een vaste aftrekpost is voor alle ZZP'ers. Daarnaast is er de startersaftrek, die alleen voor nieuwe ZZP'ers geldt. Ook kunnen ZZP'ers aftrek krijgen voor kosten die ze maken voor hun bedrijf, zoals inkoop, onkosten, afschrijvingen en reclamekosten. De hoogte van de aftrekposten en heffingskortingen is afhankelijk van de specifieke situatie van de ZZP'er.

Belastingtarieven en belastingschijven

De belastingtarieven voor de inkomstenbelasting zijn in 2019 voor ZZP'ers hetzelfde gebleven als voor andere belastingplichtigen. De hoogte van de belasting die je betaalt, is afhankelijk van je inkomen en de belastingschijf waar je in valt. In 2019 waren er vier belastingschijven met verschillende tarieven. De eerste schijf was voor inkomens tot € 68.507 en had een tarief van 36,93%. De tweede schijf was voor inkomens tussen € 68.508 en € 199.683 en had een tarief van 49,5%. De derde schijf was voor inkomens tussen € 199.684 en € 237.528 en had een tarief van 52%. De vierde schijf was voor inkomens boven € 237.528 en had een tarief van 52%.

Reserveren voor inkomstenbelasting

Het reserveren van inkomstenbelasting is een belangrijk aspect voor ZZP'ers om financiële stabiliteit te waarborgen. Vaak wordt aangeraden om ongeveer 40% van de behaalde winst te reserveren voor de inkomstenbelasting. Het percentage dat je daadwerkelijk moet reserveren, kan echter variëren, afhankelijk van je persoonlijke omstandigheden en de hoogte van je winst. Door een deel van je winst te reserveren, voorkom je dat je later onaangenaam verrast wordt door een hoge belastingaanslag. Het is verstandig om je financiële administratie goed bij te houden en regelmatig te controleren hoeveel je moet reserveren.