ZZP'ers: Belastingdienst strenger op controle

De Wet DBA en de handhaving

De Wet DBA‚ ingevoerd in 2016 en aangepast in 2021‚ is bedoeld om de arbeidsrelatie tussen zzpers en opdrachtgevers te verduidelijken. De wet wordt echter niet volledig gehandhaafd; de Belastingdienst grijpt alleen in als een opdrachtgever als kwaadwillend wordt beschouwd of de gegeven aanwijzingen niet volgt. Dit beleid blijft van kracht tot er duidelijkere regels worden ingevoerd en de handhaving strikter wordt vanaf 1 januari 2025.

Schijnzelfstandigheid⁚ Wat is het en waarom is het een probleem?

Schijnzelfstandigheid ontstaat wanneer iemand als zelfstandige (zzper) werkt‚ maar de relatie met de opdrachtgever meer lijkt op een dienstverband. Dit houdt in dat de zelfstandige niet zomaar iemand anders kan sturen om het werk te doen‚ de opdrachtgever bepaalt hoe de opdracht wordt uitgevoerd‚ en de betaling lijkt meer op een vast loon‚ soms inclusief betaling bij ziekte.

De Belastingdienst ziet schijnzelfstandigheid als een probleem omdat het de eerlijke concurrentie verstoort. Werkgevers die schijnzelfstandigen inzetten‚ hoeven geen loonheffingen te betalen en kunnen zo hun kosten drukken ten opzichte van bedrijven die werknemers in dienst hebben. Dit kan leiden tot oneerlijke concurrentie en een verhoogde druk op de arbeidsmarkt.

Daarnaast is schijnzelfstandigheid een vorm van belastingontduiking. Werknemers in loondienst betalen premies voor sociale zekerheid en werkgevers betalen loonheffingen. Schijnzelfstandigen profiteren van de voordelen van een dienstverband zonder deze verplichtingen te hoeven nakomen. Dit leidt tot een verlies aan inkomsten voor de sociale zekerheid en tot een oneerlijke verdeling van de belastinglasten.

Schijnzelfstandigheid kan ook nadelige gevolgen hebben voor de zzpers zelf. Als de Belastingdienst ontdekt dat een zzper in werkelijkheid een werknemer is‚ kan deze te maken krijgen met naheffingen‚ boetes en het verlies van fiscale voordelen.

De gevolgen van schijnzelfstandigheid voor zzpers en opdrachtgevers

Voor de zzper kan schijnzelfstandigheid leiden tot correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen en het verlies van fiscale voordelen zoals de zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling. Opdrachtgevers kunnen te maken krijgen met extra administratieve lasten‚ omdat zij loonheffingen moeten inhouden en betalen als blijkt dat er sprake is van een dienstverband.

De Belastingdienst kan zzpers vragen naar hun beroep‚ waar ze werken en voor wie ze werken. Ook kijken ze kritisch naar de uitgaven van zzpers. Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid‚ kan de zzper te maken krijgen met naheffingen en boetes. De Belastingdienst kan ook de opdrachtgever aansprakelijk stellen voor de niet-betaalde loonheffingen en premies.

De gevolgen van schijnzelfstandigheid zijn dus aanzienlijk voor zowel zzpers als opdrachtgevers. Het is daarom van groot belang om te weten wat schijnzelfstandigheid is en hoe je het kunt voorkomen. De Belastingdienst zal vanaf 1 januari 2025 strenger controleren op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat zowel zzpers als opdrachtgevers goed moeten weten waar ze aan toe zijn.

Voor zzpers is het belangrijk om te controleren of hun werkrelatie voldoet aan de criteria voor zelfstandigheid. Opdrachtgevers dienen ervoor te zorgen dat ze zzpers correct inhuren en dat de werkrelatie voldoet aan de wettelijke eisen. Door goed te informeren en de regels te volgen‚ kunnen zzpers en opdrachtgevers de risico's van schijnzelfstandigheid minimaliseren.

De strengere handhaving vanaf 1 januari 2025

Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst strenger optreden tegen schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat bedrijven die zzpers inzetten voor werk dat feitelijk in loondienst zou moeten gebeuren‚ tot maximaal 5 jaar terug boetes en naheffingen kunnen verwachten.

Het kabinet heeft bevestigd dat de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 volledig gaat handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat de Belastingdienst actief zal controleren op schijnzelfstandigheid en dat er geen sprake meer is van het huidige handhavingsmoratorium.

De Belastingdienst zal zich bij de controle richten op de kenmerken die door de Hoge Raad zijn aangelegd in de zaak Deliveroo. Dit betekent dat de Belastingdienst zal kijken naar de mate van leiding en toezicht die de opdrachtgever heeft op de zzper‚ de mate van inbedding van de zzper in de organisatie van de opdrachtgever en de mate waarin de zzper zelfstandig zijn werk kan organiseren.

De strengere handhaving vanaf 1 januari 2025 heeft tot doel om de eerlijke concurrentie te bevorderen‚ belastingontduiking te voorkomen en de sociale zekerheid te beschermen. Het is daarom belangrijk dat zowel zzpers als opdrachtgevers goed op de hoogte zijn van de nieuwe regels en de risico's van schijnzelfstandigheid.

Tips voor zzpers en opdrachtgevers

Zowel zzpers als opdrachtgevers kunnen maatregelen nemen om de risico's van schijnzelfstandigheid te minimaliseren. Voor zzpers is het belangrijk om goed na te denken over hun werkrelatie en te controleren of ze voldoen aan de criteria voor zelfstandigheid.

Tips voor zzpers⁚

• Maak een duidelijk contract met uw opdrachtgever waarin de voorwaarden van de samenwerking worden vastgelegd.
• Zorg voor een goede administratie waarin u uw inkomsten en uitgaven bijhoudt.
• Laat u goed informeren over de regels voor zelfstandigen en de risico's van schijnzelfstandigheid.
• Wees kritisch op de werkrelatie en vraag uzelf af of u daadwerkelijk zelfstandig bent of dat er sprake is van een dienstverband.

Tips voor opdrachtgevers⁚

• Zorg voor een duidelijk contract met uw zzper waarin de voorwaarden van de samenwerking worden vastgelegd.
• Controleer of de zzper voldoet aan de criteria voor zelfstandigheid en dat er geen sprake is van schijnzelfstandigheid.
• Laat u goed informeren over de regels voor het inhuren van zzpers en de risico's van schijnzelfstandigheid.
• Zorg voor een goede administratie waarin u de samenwerking met uw zzper vastlegt.

Door deze tips te volgen‚ kunnen zzpers en opdrachtgevers de risico's van schijnzelfstandigheid minimaliseren en ervoor zorgen dat ze voldoen aan de wettelijke eisen.